• home
  • cv
  • boeken
  • vertalingen
  • agenda
  • contact
  • home
  • cv
  • boeken
  • vertalingen
  • agenda
  • contact
icon

De koning van Moordplaat

de Volkskrant, 21 december 2002

`Hij groeide in de Biesbosch op, samen met de zoontjes van de boswachter. Elektriciteit kregen ze eind jaren tachtig pas, en water midden jaren negentig. Wie in Nederland heeft er nu nog een privé-polder?

icon

Klei te koop

de Volkskrant, 14 december 2002

Eeuwenlang heeft de Rijn hier het landschap in beweging gehouden.Waterlopen verzandden, nieuwe rivierarmen ontstonden, uiterwaarden slibden op met vette klei, dorpen werden verzwolgen, de splitsing van Rijn en Waal schoof van oost naar west...

icon

Koeien in de kerk

de Volkskrant, 30 november 2002

Vanaf de brug over het Julianakanaal gaat een haarspeldweg naar beneden. In de diepte ligt Itteren. Een dorpje dat al eeuwen dapper weerstand biedt tegen het water van de Maas.

Het horizonspel

de Volkskrant, 23 november 2002

Polder Mastenbroek Op een dag gunde ik mezelf een luxeroute, weg van de snelweg. Over de Kamperzeedijk reed ik van Genemuiden naar Kampen. Links in de diepte strekte zich weiland uit. Onafzienbaar weiland. Aan weidsheid ben ik inmiddels gewend, maar hier keek ik van op. Op de kaart zag ik dat het Polder Mastenbroek was, omsloten door het Ganzediep, de IJssel en het Zwarte Water. Aan de randen liggen IJsselmuiden, Genemuiden, het industrieterrein van Hasselt, de stadsuitbreidingen van Zwolle. En heel alleen in het middelpunt van het strenge gridwerk ligt een dorpje: Mastenbroek. Hij is beroemd, Polder Mastenbroek, hij waagt het zelfs om de Beemster naar de kroon te steken. In weidsheid, in ouderdom en in moderniteit. En daar heeft hij goede kaarten voor. Het romantische begrip weidsheid laat zich eenvoudig in cijfers vastleggen. De Beemster heeft zichtlijnen van 1,8 kilometer in alle richtingen, in Polder Mastenbroek zijn ze 7,3 kilometer in de lengte en 2,5 in de breedte. En de Noordoostpolder dan? Een schamele 2,5 kilometer in het rond. Alleen de veenkoloniën in Drenthe en Groningen zijn weidser. Sommigen beweren dat Polder Mastenbroek de oudste polder van Nederland is - eind veertiende eeuw is hij ontgonnen en bedijkt - maar dat klopt niet: ingepolderd werd er al langer. Maar Polder Mastenbroek is niet zoals gebruikelijk vanuit bestaand land stukje bij beetje in cultuur gebracht, maar ontworpen door een landmeter, die kloeke assen trok en kaarsrechte grote kavels maakte. Dat was nieuw in die tijd. De eeuwen hebben Polder Mastenbroek maar weinig aangetast en hij belandde in de nota Belvedère, waarin het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in 1999 de belangrijkste cultuurhistorische gebieden vastlegde. Dat betekent geld. Polder Mastenbroek werkt aan zichzelf, als enige polder heeft hij een virtuele evenknie: een interactieve website. Op die site en in vergaderzaaltjes is geleidelijk een structuurvisie ontwikkeld. Er verscheen eenInventarisatieboek, een Inspiratieboek en een boek Scenario’s voor de polder. Iedereen mocht meedoen met het Scenariospel en het Horizonspel. De website laat me inzoomen zoals een kind dat doet, van wereldbol, naar Europa, naar Nederland en dan naar een rode vlek in Overijssel: Polder Mastenbroek. Psychedelische muziek suggereert dat ik van Mars kom. En dan is er groen land, leeg en stil land, het eenzame loeien van een koe. Een vogel tjilpt vijf keer. In het westelijk deel van de polder zorgen hoogspanningsmasten voor de enige verticale lijnen en voor fijne horizontale strepen hoog in de lucht. Een groep ganzen scheert over. Boven de vaarten hangt lichte nevel, het groen verkleurt al winters bruinig. Verlangend begint de wind te zuchten en breekt – door een muisklik – plotseling af. Vijf landschappen herbergt de polder: woonlandschap, werklandschap, agrarisch landschap, waterlandschap en natuurlandschap. Op mijn beeldscherm volg ik de horizon langs de route van Zwolle naar Kampen. Het Horizonspel geeft me opdrachten. Zo moeten er drie woonpunten komen. Rigoureus plaats ik hoogbouw aan de rand van Zwolle, een moderne witte kolos verrijst. Lage huizen zet ik dicht opeen, en ietsje verderop in de leegte enkele bedrijfshallen. Dat is schrikken, het zijn enorme blokken. De polder krimpt. Ook moet ik op drie punten waterberging kwijt, dat is minder moeilijk, plassen in het landschap, ze horen bij de polder en ze raken de horizon niet. Hetzelfde geldt voor de koeien, ik klik een paar plekjes aan in het weiland. Zo. Nu nog bomen. Ik zeul ermee rond, ze misstaan overal. Maar bomen, dat betekent toch natuur, dat is toch goed? Niet in Polder Mastenbroek. Wat er aan bomen staat in de polder, wordt deels gerooid. Zo wordt de N331 van Zwolle naar Hasselt ‘ontdaan van opgaande beplanting’. Dat staat in de ontwikkelingsvisie voor de polder, Ruimte voor de Toekomst. Natuurlijk wordt het groen gecompenseerd, langs de stadsuitbreidingen worden vijf rijen dik bomen aangelegd, zodat er strakke stedelijke randen ontstaan. Niets wordt aan het toeval overgelaten. Er komt een handleiding en een voorbeeldboek om polderbewoners te stimuleren tot streekeigen ingrepen. Nieuwe schuren mogen niet zo maar naast de terpen worden gebouwd, ze moeten ook een terp krijgen, zij het een lagere. Verder pleit de nieuwe visie voor mosgroen plastic om de hooibalen. Soms wordt de regelzucht ronduit lachwekkend: voor het ‘recreatief medegebruik van de open ruimte’ bijvoorbeeld worden door de weilanden wandelpaden aangelegd voor ‘maximaal 10 personen per dag’. Een typisch poldercompromis: stadsbewoners moeten van het land mogen genieten, maar boeren komen op voor hun eigen rust en natuurbeschermers voor die van de weidevogels. Genoeg, de visie maakt de polder tot een openluchtmuseum en de virtuele variant is zo zwaar opgetuigd dat ze telkens vastloopt. Welke boer of burger heeft zoveel geheugen? Ik pak de auto en rijd weer naar de Kamperzeedijk. Dit keer sla ik linksaf, sta in de polder en denk: dit is geen hoogvlakte maar een diepvlakte. Pas geleidelijk komt het strakke grid in het gelid te liggen. De dijken slingeren om de polder, hier en daar heeft een oude doorbraak een kolk achtergelaten. De weteringen en stegen zijn minder strak dan op de kaart. De lijnen bibberen een beetje, ze zijn oud en met de hand aangelegd. Die blijven zo, las ik in de visie. Mooi. Nog opvallender zijn de kruispunten, ineens is de strakheid van het grid een warboel. Op de kaart komt het patroon beter tot zijn recht dan in het echt: de wegen en wateren sluiten niet goed op elkaar aan. Alsof de aanleggers van buiten naar binnen hebben gewerkt en niet helemaal goed hebben gemikt. Sommigen zeggen dat het inderdaad zo is gegaan. Het vreemde is dat ze er dan wel heel consequent naast hebben gezeten. Ik rijd rond en kan mijn ogen niet van de terpen afhouden. Op de site had ik wel gelezen dat ze karakteristiek waren, ik heb er zelfs foto’s van gezien, maar dat ze zulke mooie hoge kussens vormen voor de boerderijen, dat zie je pas in het echt.

6,74 Meter onder NAP

de Volkskrant, 2 november 2002

Zuidplaspolder ‘Wacht u op een visum?’ roept de jonge boer die een betonnen paal in het veen drijft. Een visum? Ik sta in het weiland op het diepste punt van Nederland en iemand vraagt me of ik op een visum wacht. Eerst was ik al langs een asfaltvlakte met zeker duizend tweedehands vrachtwagens gelopen, niet echt een logische bestemming voor deze slappe veenbodem, zo’n loodzware last. De boer gebaart naar een schuurtje. Daar schudden we de regen van ons af. ‘Het consulaat van Tanzania zit hier,’ zegt hij. In het gebouw van Van Vliet Trucks Holland, zo blijkt. Het laagste punt van Nederland ligt tussen de A20 en de spoorlijn Rotterdam-Utrecht, aan de Parallelweg Zuid bij Nieuwerkerk aan den IJssel. In de vier jaar dat de boer het land van Van Vliet onderhoudt, heeft hij er nog nooit iemand gezien die voor het laagste punt kwam. Bij de ingang heeft de autohandelaar heel slim een monument gezet in de vorm van een peilschaal, verder komen laagste-punt-toeristen niet. De boer wijst op de golven in het weiland: ‘Er zitten hier heel veel wellen.’ Ze zijn ontstaan door de opwaartse druk van het grondwater. Ook de asfaltvlakte golft. ‘Nee,’ zegt de boer, ‘die is niet onderheid. Toen die parkeerplaats tien jaar geleden werd aangelegd, lag ie nog anderhalve meter boven het maaiveld, nu ligt ie bijna gelijk.’ Heien was natuurlijk beter geweest, bij het naastgelegen landgoed is zelfs de oprijlaan onderheid, zo vermeldt het bordje ‘te koop’. Tot 1953 had de oude Van Vliet hier een boerderij, toen kwam hij in de autohandel terecht. Toevallig was zijn financieel adviseur tevens consul van Tanzania en hij trok met consulaat en al bij Van Vliet in. Toen minister Annemarie Jorritsma in 1995 dit punt in de Zuidplaspolder officieel tot laagste punt van Nederland uitriep was de onwaarschijnlijke combinatie compleet. En ook was het afgelopen met de andere zelfbenoemde laagste punten. De criteria van Rijkswaterstaat waren duidelijk: het moest een nagenoeg horizontaal gebied zijn van minstens een hectare, dat door mens en dier beloopbaar is. En dat is híer, op zes meter vierenzeventig onder NAP*.Vanaf de Parallelweg kijk ik over de Derde Tocht naar het zuiden. Aan het eind staat een stoer gebouw, dat is gemaal Abraham Kroes. Erachter rijst een strakke groene wand op waar een wit bestelautootje overheen rijdt. Dat is Schielands Hoge Zeedijk, vier meter boven NAP. Langs een wirwar van snelwegafslagen, rotondes, spoorwegovergangen en bruggen zoek ik mijn weg erheen. Vanaf de Zeedijk ligt een betonnen brug over de Ringvaart naar het gemaal. Als ik de houten deur openduw sta ik boven in een enorme machinehal, de motoren stampen. Drie hoge ramen bieden uitzicht op de Derde Tocht in de diepte. Inktzwart komen de buien vanaf de Noordzee aangedreven, de zon zet de weilanden in hard lichtgevend groen, het water slaat tegen de ramen en, alsof het nog niet dramatisch genoeg is, licht een dubbele regenboog op. Ik daal de trappen af en vind onder in het gemaal bedrijfsvoerder Harry Berkouwer van het Hoogheemraadschap van Schieland. Ook bij droog weer werkt het gemaal zo’n vier uur per etmaal, vertelt hij. Vanaf sommige plekken in de polder wordt het water in wel vier trappen omhoog gemalen. Van slootje in sloot, in tocht, in Ringvaart, in Hollandsche IJssel. Abraham Kroes maalt het water zowel direct uit de polder als uit de Ringvaart omhoog. Trots zegt Berkouwer: ‘Dat is uniek.’ Hij komt aanzetten met een schoteltje uitgedroogde veenmosplantjes, een stuk turf en een spons, en hij gaat terug in de tijd. Het was goeie brandstof hier, dus werd het veen afgestoken en uitgebaggerd tot een plas ontstond, de Zuidplas. Die vormde een gevaar voor Schielands Hoge Zeedijk langs de Hollandsche IJssel. Berkouwer drukt de steel van een koffielepeltje in de spons, die op de doordrenkte veengrond lijkt, en laat zo zien hoe instabiel die bodem is. Het veen rond en onder de dijk zou zo kunnen wegspoelen. En dan zou de Noordzee via de IJssel een gebied onder water zetten van Hoek van Holland tot aan Gouda en Amsterdam. De Zuidplaspolder was de eerste droogmakerij waarbij naast windmolens stoomgemalen werden ingezet. In 1839 viel hij droog. Maar nog steeds was het achterland niet veilig. In februari 1953 stond het water twintig centimeter onder de kruin van Schielands Hoge Zeedijk. Veilig werd het pas toen bij Capelle aan den IJssel in 1958 de Grendel van Holland gereed kwam, het eerste Deltawerk, een stormvloedkering die dichtgaat als de Hollandse IJssel twee meter twintig boven NAP staat. Dat gebeurt een paar keer per jaar. Met Berkouwer sta ik bij de hoge ramen naast de reuzenpeilschaal die hij zelf, ‘puur voor pr’, op ware hoogte heeft gebouwd. Ik kijk op de peilschaal omhoog naar drie meter boven NAP, wanneer ook de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg dichtgaat, ik kijk ruim zes meter de polderdiepte in, en het duizelt me. Dijken verhogen en sloten verdiepen gaat moeilijk worden, zegt Berkouwer, ‘de grondslag raakt uit evenwicht’. Ondertussen zakt de polder nog steeds met zo’n centimeter per jaar. Er komt steeds meer druk op het gebied: grootschalige glastuinbouw, vervinexing. Waddinxveen en Gouda gaan uitbreiden in de polder. Maar ongestraft gaat dat allemaal niet. ‘De grond heeft een sponsfunctie,’ zegt Berkouwer, ‘als je die verandert, moet je elders voor waterberging zorgen.’ Ik rijd over de dijk naar de zuidoostpunt. Het is de mooiste plek van de Zuidplaspolder. In een weidse arcadische bocht overzie je de drie niveaus van het waterbeheersysteem in één oogopslag: vanaf Schielands Hoge Zeedijk kijk je neer op de lager gelegen strook boezemland, die wordt afgesloten door de Ringvaart, en daarachter ligt diep, groen en grazig de Zuidplaspolder. Daar is de stadsuitbreiding Westergouwe gepland. Weg landschappelijk schoon. En ondertussen vrezen de waterbeheerders dat de polderbewoners de voeten niet droog zullen houden. * Inmiddels is het laagste punt al weer verder gezakt. Rijkswaterstaat heeft het op 1 januari 2005 officieel vastgesteld op 6,76 meter onder NAP.

Brakwaternatuur

de Volkskrant, 26 oktober 2002

Linthorst-Homanpolder In het noordelijkste Groningen liggen de dorpen als kralen op de oude kwelderruggen. Door de akkers en weilanden fiets ik richting zee. In de verte ligt een rij boompjes, karig door weer, wind en zout. Ze staan aan de voet van de slaperdijk. Tot midden vorige eeuw was het een wakerdijk, toen kwam de Waddenzee tot hier, en bij zwaar weer ook wel verder, eroverheen. Nu hebben boeren overal gaten in de dijk geslagen zodat ze er met hun landbouwmachines door kunnen. Achter de slaperdijk strekt de Linthorst-Homanpolder zich uit, een zes bij een halve kilometer brede strook land. In het noorden sluit een groene muur de horizon af, de zeedijk op Deltahoogte. Links en rechts is het leeg. De aarde is slechts de grond waarop de immense blauwe hemelkoepel rust. Boven op de zeedijk kijk je uit over een nog leger land, de kwelders. Modderland, gloeiend paarsrood in de ondergaande zon, witte pluizenbollen en spiegelende strepen water. Land in wording, je waant je op de derde dag van de schepping. Tussen het vlechtwerk van de rijsdammen lopen de kwelders weg in zee. Langs de einder is wazig een donkere streep te zien: daar moet land zijn, Schiermonnikoog, Simonszand, Rottumerplaat, Rottumeroog. In het noordoosten steekt een groepje hoge witte blokken af tegen de avondlucht, de hotels van het Duitse waddeneiland Borkum. Met de verrekijker tuur ik over de kwelders: vogels, paarden, schapen, en dan ineens een helgele vlek, een bewegend groepje. Wadlopers. Ze klimmen over de zeedijk, in de diepte ligt het eindpunt: een gebouwtje dat eenzaam in de polder staat, Post Allard, van het Waterschap Noorderzijlvest. In zinken bakken wast het laatste groepje wadlopers voldaan het slik van de schoenen en benen, Brabantse klanken kabbelen een eindje de polder in. Even later rijden ze weg, de koplampen van hun auto’s werpen bundels over de velden. Schemer, stilte, geen mens meer. Ze zijn op het asfalt gaan liggen, dat nog warm is van de zon. Beneden me wordt de polder donker en vochtig en kil. Kan het nog stiller worden?Dan lijkt de aarde van een omgeploegd veld omhoog te komen, een krijsen, klapperen en zoeven zwelt aan en beweegt naar het oosten. Pas boven de horizon tekent zich af wat het is, een dichte zwerm grote vogels. In een bocht scheren ze naar zee, als een vliegend zwart tapijt. En verderop nog een zwerm, en nog een. Hoeveel vogels verjaag ik? Het moeten er duizenden zijn, de eenzame fietser is machtig. De volgende dag zie ik dat het vooral brandganzen, rotganzen en grauwe ganzen zijn. Op de slaperdijk aan de Allard Kwastweg stuit ik op een monument. De aanleg van de polder tussen 1939 en 1947 wordt herdacht met een reliëf van een vrouw op de hoorn des overvloeds en twee mannen in een bootje, omgeven door wilde baren en lachende zeehonden. De tekst luidt: ‘Dei nait wil diek’n mout wiek’n’. Vier verantwoordelijken staan vermeld, onder wie A. Kwast, inspecteur van de werkverschaffing. Achter de dijk staan nog steeds de groene keten waarin de polderjongens verbleven, en na de oorlog geïnterneerde NSB’ers. Zij moesten de jonge zeedijk herstellen, die in de oorlogsjaren door stormvloeden zwaar gehavend was geraakt. Pas op 26 februari 1948 werd de polder officieel ingewijd door oud-commissaris der koningin J. Linthorst-Homan. Nu ligt de Allard Kwastweg er verweerd en brokkelig bij, zo zijn de wegen bijna nergens meer. De ingelanden moeten hem zelf onderhouden, maar wie draait voor de kosten op? Wie de weg het meest gebruikt, moet het meeste betalen, vinden ze. En daar worden ze het dus niet over eens. Er is weinig veranderd, de voorgeschiedenis van de Linthorst-Homanpolder is één lange twist tussen boeren, waterschappen, provincie en Rijk over de verantwoordelijkheid voor zeewering, dijkherstel, afwatering en indijkingen. Uiteindelijk draaide het altijd om de vragen: wie zal dat betalen en van wie is het nieuwe land? Vroeger hadden de boeren aan de noordkust het goed. Dankzij het recht van opstrek mochten ze de kwelders die achter hun eigen land lagen, indijken zo ver ze wilden. Zo dijde hun bezit uit en slonk de Waddenzee. In de jaren dertig greep de overheid in: de particuliere eigendomsgrens kwam driehonderd meter boven de toenmalige kwelder te liggen, de rest was van het Rijk. Inmiddels is landaanwas uit den boze, de bedijking van de Linthorst-Homanpolder was een van de laatste in de Waddenzee. Eind jaren dertig trok de inpoldering al enorme publieke belangstelling; om de stroom bezoekers in te dammen werd zelfs toegang geheven. Ook nu weer is het druk, te druk, vinden de boeren die met hun tractors soms niet meer bij de schapen kunnen komen omdat de bermen vol staan met auto’s van wadlopers, vogeltjesmensen en andere natuurminners. Eén grote parkeerplaats, een asfaltvlakte in de polder, dat zou het beste zijn, zegt Henk Fokkens, dijkwerker bij het waterschap, die ik bij Post Allard tref, maar alweer: wie gaat dat betalen? Het gaat hier allemaal veranderen, weet Fokkens. Door de zeespiegelstijging en de daling van de bodem wordt het steeds moeilijker om de verzilting tegen te gaan. Traditionele landbouw is hier alleen mogelijk als er kunstmatig zoet water wordt ingelaten. Een jaar of vijf geleden kwam het plan op om in de Linthorst-Homanpolder zilte gewassen te gaan verbouwen, zoals zeesla, dat zou daar goed groeien en is nog gezond ook. Maar toen kwam er een ander plan en dat heeft gewonnen: langs de noordkust komt een brakwaternatuurgebied. Het oostelijkste puntje van de polder, bij de Klutenplas, is al in bezit van Het Groninger Landschap. Ook verder landinwaarts, achter de slaperdijk, koopt Het Groninger Landschap land. Dat kan het dan, als de gelegenheid daar is, ruilen met landbouwgrond pal aan de kust. Onder toezicht van natuurorganisaties krijgt de zee de polder een beetje terug.

icon

Insluiper Alzheimer

Denkbeeld, 12 december 2002

'Drie jaar geleden hebben we in onze nieuwjaarsbrief geschreven dat Ted Alzheimer heeft', vertelt Jan. 'Mensen vonden het moedig, maar wij generen ons niet. Moeten wij ons ook nog gaan generen? Kom nou! Het is al erg genoeg dat Ted Alzheimer heeft.

icon

Silvia Millecam en de kwakzalvers

Psychologie Magazine, 15 januari 2002

In de zomer van 2001 keek heel televisiekijkend Nederland verbijsterd toe. De ziektegeschiedenis van Silvia Millecam werd bijgezet in een groeiende reeks alarmverhalen over alternatieve geneeskunde. Geloven in een wonder, tot de dood erop volgt.

icon

De bieb

Uit&thuis, 10 oktober 2002

`Door internet hebben we een schop onder onze kont gekregen', zegt Henk van Doremalen van de Witte Dame. Naast de fysieke bibliotheek is geleidelijk de virtuele bibliotheek uitgegroeid tot een volwaardige tweelingzus. De bieb in de 21ste eeuw.

Lopen bijvoorbeeld

Tijdschrift voor Verzorgenden, 31 juli 2002

Laatst stond ik op een groot, druk kruispunt te wachten voor het stoplicht. Op het zebrapad stak iemand over. Een kleine oude vrouw. Dat zag je niet meteen, het had ook een man kunnen zijn, of beter een mannetje. Ze droeg een beige broek, een blauw jack en had een lichtblauwe muts op, aan haar voeten lichte wandelschoenen. Ze liep met een stok. Of lopen, dat is eigenlijk te veel gezegd.Ze bewoog heel langzaam een voet vooruit en zette hem op de grond.Zo dat was gelukt.Vervolgens helde ze voorzichtig voorover om haar gewicht te verplaatsen.Als dat gelukt was tilde ze haar andere voet op, bewoog hem naar voren en zette hem neer.Weer een hele stap verder.Haar ogen had ze geconcentreerd op de grond gericht. Van haar omgeving nam ze geen notie, daar had ze geen tijd voor.Bij de volgende stap kreeg ze haar voet niet ver genoeg naar voren en hij kwam scheef op het asfalt terecht. Haar bovenlichaam schoot iets te ver door. Ze wankelde.En ik hield m'n hart vast. Bij elke stap.Maar ik niet alleen. De vrouw op de fiets naast mijn auto keek ook. En de voetgangers aan de overkant. Ik liet mijn blik over het kruispunt glijden en zag dat iedereen naar de vrouw staarde. De stoeprand was nog even spannend, maar ze redde het. Ze was net op tijd aan de overkant.Ons verkeerslicht sprong op groen. De auto voor mij reageerde niet, de fietsers raceten niet weg, de tegenliggers kwamen niet op ons af. Even was er geen enkele beweging op het kruispunt, niemand toeterde, belde of vloekte. Het was alsof de tijd was stilgezet. Iedereen was verzonken in het lopen van die vrouw.Stilaan kwam het verkeer weer op gang. Het was een vreemde gewaarwording, te weten dat ineens al die mensen met hun gedachte bij hetzelfde waren. Ontzagwekkende gedachten: over de vanzelfsprekendheid waarmee we doorgaans leven, over de toekomst die ons te wachten staat. Het was een levend tafereel van die huiveringwekkende uitspraak van de filosoof Arthur Schopenhauer: 'Het allerergste komt nog.' Maar dat die vrouw iedereen die druk, druk onderweg was even stilzette en even samenbond, dat was een klein wonder.

  • Taal / Language

    • Nederlands
    • English
    • Deutsch
    • Français
  • Boeken

    • Das Schweigen der Frösche
    • De poel op shortlist van de Boon 2022
    • About The Pond
    • About Prey. A year of hunting
    • Berichten van een naderend einde (fragment)
    • Beute. Mein Jahr auf der Jagd
    • Blankow oder Das Verlangen nach Heimat
    • Blankow of het verlangen naar Heimat
    • Buit. Een jachtjaar
    • De beleidsmachine
    • De jaagster
    • Doodsberichten
    • Het land van Lely. Reisboek in 103 stukken
    • Kleurrijk ondernemen
    • Leven met hiv
    • Steden zonder geheugen. In het voetspoor van Isaak Babel
    • Stof tot stof
    • SWR-Bestenliste 2010
    • Tatzen im Schnee
    • Van Brody naar Berestetsjko
    • ‘Jochen, schaff dir eine Kuh an’
  • Kranten en tijdschriften

    • Armada
    • Biografie Lemmer-Delfzijl
    • De Gids
    • De Groene Amsterdammer
    • De Jager
    • Denkbeeld
    • Divers
    • Duitslandweb.nl
    • Eigen Huis Magazine
    • Filter
    • Het Oog in 't Zeil
    • Intermediair
    • Literair Nederland
    • Maandblad O
    • Magazine Buit
    • Mainline
    • Markant
    • Mentaal
    • Metro
    • NRC Handelsblad
    • Neue Zürcher Zeitung
    • Nordkurier
    • Psychologie Magazine
    • Seropositief verder
    • Skipr
    • Tijdschrift voor Verzorgenden
    • Trouw
    • Uit&thuis
    • Universiteit Utrecht
    • Universiteit van Amsterdam
    • Vrij Nederland
    • Website BStU
    • de Humanist
    • de Volkskrant
    • ongepubliceerd
    • www.boekvertalers.nl
  • Vertalingen

    • Houthakken. Meesterwerk van Thomas Bernhard
    • Leven met het pistool op tafel
    • Tsjik
    • Een liefde, in gedachten
    • De dief van Bagdad
    • Weidmanns redding
    • We gaan als het donker wordt
    • In andermans handen
    • Het Engelengezicht. Het verhaal van een maffiakiller
  • Onderwerpen

    • Aan het raam
    • Azië
    • Begraafplaatsen
    • Biodiversiteit
    • Bossen
    • Dieren
    • Divers
    • Dood
    • Duitsland
    • Duurzaamheid
    • Fotografie en kunst
    • Gezondheidszorg
    • Jacht
    • Kanalen
    • Klimaat
    • Landschap
    • Levensbeschouwing
    • Literatuur
    • Mensen en dieren
    • Multicultureel
    • Oost-Europa
    • Openbare ruimte
    • Parken
    • Polders
    • Samenleving
    • Vertalen
    • Vertaling
    • Voedselkwesties
  • Series

    • Begraafplaatsen
    • Bossen
    • Columns Metro
    • Columns over jagen
    • Kanalen
    • Parken
    • Polders
  • Trefwoorden

    • Beeldende kunst
    • Begraafplaatsen
    • Berlijn
    • Bossen
    • Dood
    • Drugs
    • Duitsland
    • Germanistiek
    • Gezondheid
    • Isaak Babel
    • Jacht
    • Jongeren
    • Kanalen
    • Landschap
    • Lichaam en geest
    • Literatuur
    • Mens en dier
    • Multicultureel
    • Oekraïne
    • Oorlog
    • Ouderen
    • Parken
    • Polders
    • Psyche
    • Psychiatrie
    • Religie
    • Rusland / Sovjet-Unie
    • Schrijvers
    • Stad
    • Vertalen
    • Ziekte
  • Genres

    • Aufsatz
    • Beschouwing
    • Column
    • Divers
    • Fictie
    • Interview
    • Lezing | optreden
    • Literaire non-fictie
    • Notities
    • Portret
    • Recensie
    • Reportage
    • Vertalingen
  • Jaren

    2002

    Copyright 2014 Venus Premium Magazine Theme All Right Reserved.
    Back to top